Gravin Loretta lijkt zo hard te zijn geweest als de steen van dit middeleeuwse kasteel. Soms hield ze hier zelfs de machtige kiezer gevangen. Herbeleef het verleden Maak je eigen foto van het verleden: met de gratis ARGO-app kun je het kasteel ter plaatse bekijken met augmented reality op originele grootte en in 360 °. Download gewoon de gratis ARGO-app of sta versteld op www.ar-route.de.
Op een smal rotsplateau van 125 m. lang en slechts 17 m. breed tussen Moezel en Ahringsbach liggen de overblijfselen van de residentie van het Achterste Graafschap Sponheim.
Vanuit Enkirch uit het noorden komend volgt de weg nog steeds de westelijke greppel langs de burcht. Haaks daarop zijn duidelijk korte greppels in het noorden en het zuiden te herkennen. Uit onvoldoende gedocumenteerde vroegere opgravingen is af te leiden dat er een toren stond op de hoogste plek op de noordpunt, een groot complex van twee of drie aan elkaar gebouwde huizen en een toren in het zuiden. Aan de zuidkant liep de toegang vanuit het dorp tot de vesting via de zuidelijke greppel. Een kleine voorburcht in het noorden en een grotere in het zuiden zorgden voor een extra beveiliging van de burcht. In de zuidelijke voorburcht ligt het suburbium (burgerlijke nederzetting), waarover in 1338 werd bericht.
De graven van Sponheim, van wie al in 1125 in Enkirch beschreven is dat ze een "vestem hus" (vast stevig huis) hadden, bezaten in 1190 de burcht als leengoed van de aartsbisschop van Trier. Beroemd is de gevangenneming van Balduin, een machtige aartsbisschop van Trier, door gravin Loretta von Sponheim. Hij zat enkele weken op deze burcht vast, voordat hij in 1328 moest toegeven met het tekenen van een zoencontract en het betalen van losgeld. Na het uitsterven van het geslacht Sponheim in 1437 raakte de burcht in verval en was ze in 1567 slechts „ein alt baufällig hus“ (een oud vervallen huis).